zaterdag 28 februari 2009

Zingend personeel 2

De werkloosheid stijgt met grote sprongen tot het niveau van begin jaren ’80. In 2010 zitten naar verwachting 675.000 mensen zonder baan. Dat betekent dat 8,75 procent van de beroepsbevolking, oftewel één op de elf werknemers, in 2010 zonder baan komt te zitten.

fi_band.jpgoilfield_trashband_lr.jpgkompels_staatsmijnen_lr.jpguvo_lr.jpgheijmerink_lr.jpgstart.jpg

In één van de eerste columnpjes die ik voor deze rubriek schreef, had ik het over ‘Zingend personeel’. Daarin beschreef ik enkele grammofoonplaten waarop werknemers te horen zijn die, bijvoorbeeld, een aubade brengen aan een vertrekkende collega.

Nu de werkloosheid steeds ernstigere vormen aanneemt is het voor sommige arbeiders fijn om te weten dat ze nog altijd kunnen terugvallen op hun muzikale kwaliteiten. Hoewel je er niet in alle gevallen van uit mag gaan dat degenen die de liedjes hebben ingezongen ook daadwerkelijk beschikken over enig zangtalent. Persoonlijk lijkt me dat toch niet te veel gevraagd maar blijkbaar denken sommige mensen daar anders over getuige de B-kant van het singletje dat medewerkers van de IBM helpdesk opnamen onder de naam FI-Band. De ‘zanger’ van het nummer zal vast veel afweten van computersystemen maar een zuiver klinkend liedje zingen is aan hem niet besteed.

Dat geldt in iets mindere mate ook voor de medewerkers van het olieplatform Penrod 80, die in 1981 tijdens het douchen op het idee kwamen om een plaatje op te nemen onder de naam Oilfield Trashband. Mocht de olie ooit echt helemaal opraken dan kunnen deze mannen, “met door aardgas en zeewater gesmeerde kelen” zoals de hoes vermeldt, altijd nog een carrière in de muziek overwegen al geef ik ze weinig kans op succes. Afgaande op mijn eigen zangkunsten in de badkamer weet ik dat het soms verstandiger is het daar maar bij te laten.

Van een olieplatform is de overstap naar een kolenmijn niet zo heel groot. Op het singletje ‘Kompels maken muziek’ horen we personeel van de Staatsmijn Maurits en Chemische Bedrijven musiceren. Zij brengen het er nog best goed vanaf, maar misschien komt dat omdat ze voelden aankomen dat het vak van mijnwerker geen lang leven meer beschoren was en ze dus extra hun best deden om een toekomstige carrière in de muziekindustrie te garanderen.

En zo zijn er nog verschillende singletjes te verzinnen waarop personeelsleden zich musicerend een weg door platenland banen. In sommige gevallen was het lied bedoeld om het bedrijf waar ze werkten te promoten maar of het, buiten het financiële plaatje, een verstandige keuze van de directie was eigen werknemers daar voor in te zetten waag ik te betwijfelen. De meeste deuntjes op de singles zijn van een miserabele kwaliteit maar ik beschouw ze toch als de pareltjes in mijn platenkast. Want hoewel de platen door mensen gemaakt zijn die, naar ik aanneem, professioneel met hun dagelijkse werkzaamheden bezig waren, is het amateurisme ervan aandoenlijk. Hopelijk zijn ze er nog lang mee doorgegaan want in deze donkere tijden van crisis kan ook ik af en toe wel een lichtpuntje gebruiken.