

Ik heb er in de loop van de tijd al aardig wat verzameld maar ik weet dat er duizenden gemaakt moeten zijn en dat er dus ook duizenden nooit meer door mij gevonden of gehoord zullen worden. Dat ligt ook wel een beetje aan mijzelf omdat ik eigenlijk nooit naar platenbeurzen ga en zeker nooit veel geld voor zo’n single wil uitgeven. Als je wilt kun je, met name via internet, voor veel geld nog best aan wat singletjes komen maar iets weerhoudt me daarvan. De lol zit hem namelijk in het urenlang zoeken in platenbakken bij kringloopcentra of tweedehands platenzaken, hoewel die ook hun prijzen kennen.Als je dan na veel moeite met stramme knieën en pijn in je rug weer eens iets bijzonders tegenkomt, geeft je dat extra veel voldoening, Negen van de tien keer blijkt dat het singletje te beschadigd is om er nog een acceptabel geluid uit te krijgen. En meestal valt het hoesje helemaal uit elkaar maar dan moet je eigenlijk al blij zijn dat er überhaupt een hoesje omheenzit!
Een aparte categorie binnen de reklamesingletjes vormen wat mij betreft de kartonnen plaatjes. Dit zijn bedrukte kartonnen vellen waar een dun stukje vinyl op is aangebracht.
De geluidskwaliteit van deze singles laat uiteraard flink te wensen over maar dat heeft ook zo zijn charme en doet niets af aan het wonderlijke er van. Omdat het karton vaak helemaal is kromgetrokken moet je bovendien halsbrekende toeren uithalen om zo’n plaatje te kunnen draaien zonder je platenspeler helemaal naar zijn grootje te helpen.
Helaas hebben de vorige eigenaren van een aantal van mijn kartonnen singles de plaatjes uitgeknipt om ze rond te krijgen zodat ze ze beter konden afspelen. En dat dat soms tot onherstelbare schade aan de plaatjes leidde mag duidelijk zijn.
Ondanks al dit leed blijft het een leuke manier om mijn zaterdagmiddagen en mijn kasten mee te vullen.
En ik kan altijd nog de hele handel te koop zetten en van het geld wat ik er voor krijg iets leuks doen. Alleen… wat?
Ik stel me voor dat iemand – ik denk dat het voornamelijk vrouwen waren – zo’n plaat kocht, thuis opzette en enthousiast alle oefeningen meedeed om vervolgens de plaat op te bergen en hem daarna nooit meer te draaien. Voor de muziek hoef je er niet naar te luisteren want er staan weliswaar wat tophits op maar daar loopt voortdurend een gyminstrukteur of –trice doorheen te schreeuwen. Bovendien hoor je in de achtergrond wat mensen meepuffen en zuchten dat het toch zo vermoeiend en pijnlijk is allemaal.


In een stoffige platenzaak in Amerika kocht ik ooit een singletje in een dik kartonnen klaphoesje met de title ‘Show ‘n tell’. Het was niet de eerste keer dat ik een platenverkoper in verwarring achterliet toen ik hem met tranen in mijn ogen mijn laatste kleingeld gaf in ruil voor zijn handelswaar. 
Van ‘Show ‘n tell’ had ik nooit eerder gehoord maar mijn fantasie was weer eens geprikkeld. Op het hoesje zien we twee kinderen naar een televisietoestel kijken waar een platenspeler in verwerkt is. In de binnenkant van de klaphoes zit een diaraampje gestoken met illustraties die op het televisiescherm geprojekteerd kunnen worden, terwijl er een verhaaltje te beluisteren valt met behulp van de platenspeler. De ultieme audiovisuele ervaring; en dat in 1964! 













